Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geeft in artikel 9 lid 2 aan dat de begroting ten minste 7 paragrafen dient te bevatten. Naast de 7 verplichte paragrafen wordt een extra paragraaf opgenomen: Uitkering uit het gemeentefonds.
In deze paragraaf ziet de raad als kader stellend en controlerend orgaan op één plaats het integraal beeld.
De volgende paragrafen worden nader beschreven:
- Lokale heffingen
- Weerstandsvermogen en risicobeheersing
- Onderhoud kapitaalgoederen
- Financiering
- Bedrijfsvoering
- Verbonden partijen
- Grondbeleid
- Uitkering uit het gemeentefonds
Doel van deze paragrafen is de raad een instrument te geven om de beleidskaders van de diverse onderdelen vast te stellen en om de uitvoering te kunnen controleren.
De paragrafen bevatten beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en de lokale heffingen. Ze zijn van belang voor het inzicht in de financiële positie. De gemeente heeft een grote vrijheid bij de invulling ervan.
Er zijn twee manieren om met de paragrafen om te gaan:
Een systeembenadering
Bij de systeembenadering wordt in de programmabegroting en –rekening kort ingegaan op de relevante ontwikkelingen. Het beleid is uitgewerkt in specifieke beleidsnota’s. Deze beleidsnota’s worden periodiek door de gemeenteraad vastgesteld.
De beleidskaders opnemen in de begroting
Het alternatief is dat geen beleidsnota’s gemaakt worden, maar dat elk jaar in programmabegroting en –rekening het totale beleid integraal wordt opgenomen.
Om de begroting te beperken tot hoofdlijnen van beleid is gekozen voor de systeembenadering, waarbij het beleid van Laarbeek wordt vastgesteld door middel van diverse beleidsnota’s:
- Nota lokale heffingen (paragraaf lokale heffingen)
- Nota risico-inventarisatie en nota reserves en voorzieningen (paragraaf weerstandsvermogen)
- Beheerplannen wegen, riolering, groen, openbare verlichting en onderhoud gemeentelijke gebouwen (paragraaf onderhoud kapitaalgoederen)
- Treasurystatuut gemeente Laarbeek (paragraaf financiering)
- Grondnota (paragraaf grondbeleid)